Het onderwerp oorsprong is nog wel het meest bekend vanuit de vraag of een lager douanerecht van toepassing is.
De Europese Unie heeft namelijk met diverse landen en landengroepen afspraken gemaakt om de invoer van goederen onder gunstige voorwaarden te laten plaats vinden. Deze afspraken voorzien in een tariefpreferentiële regeling. Zo’n regeling maakt het mogelijk dat goederen tegen een lager tarief van douanerechten in het vrije verkeer kunnen worden gebracht. Deze afspraken worden gemaakt door de Europese Unie en niet door Nederland individueel.
Vrijhandelszone
De meest vergaande afspraken zijn de overeenkomsten waarbij een zogenoemde vrijhandelszone tot stand wordt gebracht. Een vrijhandelszone kenmerkt zich onder andere door vrij verkeer van goederen van oorsprong uit de verdragsluitende partijen, zonder dat tegelijkertijd een gemeenschappelijk douanetarief op goederen uit derde landen wordt toegepast.
Enkele voorbeelden van vrijhandelszones zijn de Europese Unie zelf, de Europese Economische Ruimte en de Association of South-East Asian Nations.
Algemeen preferentieel systeem
Daarnaast kent de Europese Unie in een aantal gevallen autonoom – dus zonder dat daaraan een overeenkomst ten grondslag ligt – preferenties toe aan bepaalde begunstigde landen. Die preferenties hebben ook betrekking op goederen van oorsprong uit die landen. De grootste afspraak is die van het Algemeen Preferentieel Systeem. De Europese Unie heeft in dit kader met veel derdewereldlanden afspraken om een lager recht of zelfs een nulrecht te hanteren bij invoer uit die landen.
Wat maakt het dan moeilijk?
Als een rund wordt geslacht in de Verenigde Staten, het vlees daar vervolgens wordt verwerkt en de goederen dan naar Nederland komen, bestaat er weinig onduidelijkheid over de oorsprong. Het wordt echter een stuk moeilijker als bijvoorbeeld een broek in Indonesië wordt vervaardigd door het aan elkaar naaien en afwerken van uit Zuid-Korea ingevoerde, al op maat gesneden stukken weefsel. Heeft de broek dan de oorsprong Indonesië of Zuid-Korea? Een ander voorbeeld is de invoer van fietsen uit China waarop een anti-dumpingheffing van vele tientallen procenten rust. Wat nu als deze fietsen worden geassembleerd in India met gebruikmaking van onderdelen uit China. Is dan de oorsprong China of Indonesië?
Praktische tips
1. Stel vast of inderdaad een lager douanerecht geldt
Als u kunt aantonen dat de goederen uit een bepaald land komen, dan kunt u een lager douanerecht claimen. Daarvoor is dan wel het juiste oorsprongsbewijs nodig. Om vast te stellen wat de hoogte van het douanerecht is, kunt u het douanetarief raadplegen. In combinatie met het land van oorsprong, stelt u vervolgens vast of het normale tarief van toepassing is of dat voor dit land een lager tarief geldt.
Het is overigens nog niet zo eenvoudig om precies vast te stellen welk tarief van toepassing is. Meer informatie hierover vindt u op onze website over het tarief. Ook kunnen we u hier uiteraard bij adviseren.
2. Afspraken tussen de Europese Unie en het betreffende land
Of een laag douanerecht van toepassing is en welke voorwaarden dan gelden, is afhankelijk van de afspraken die de Europese Unie met het betreffende land heeft gemaakt. Deze zijn meestal vastgelegd in een overeenkomst, waarbij een apart protocol over de oorsprongsregels is opgenomen. Dit protocol vindt u niet zo eenvoudig. Daar is vaak een behoorlijke zoektocht voor nodig. Bovendien is het van belang dat u de juiste (actuele) versie heeft. Wij helpen u graag op weg, want de meeste overeenkomsten kunnen wij snel voor u vinden.
3. Stel vast welke oorsprongsbewijs u nodig heeft
“Vragen staat vrij”, dus u kunt eenvoudig stellen dat de goederen uit een bepaald land komen en dan een laag douanerecht claimen. Dat is echter niet voldoende. U moet namelijk ook aantonen dat de goederen daadwerkelijk uit dat land komen. Daarvoor is het in principe wel nodig dat u een oorsprongsbewijs kunt overleggen. Voorbeelden hiervan zijn een EUR.1 of een oorsprongsverklaring op een factuur. Die documenten moeten dan ook nog in de meeste gevallen geldig worden gemaakt door de autoriteiten. En natuurlijk moet het document ook voldoende duidelijk zijn opgemaakt. Het document kan alleen op één zending betrekking hebben en er moet een duidelijk verband bestaan tussen de goederen en het oorsprongsbewijs.
4. Let op onregelmatigheden of fraude
Ondanks het feit dat u uw leverancier en exporteur wellicht al goed kent, komt het voor dat er onregelmatigheden worden gepleegd. Zo wordt soms een document vervalst en heeft het bijvoorbeeld slechts betrekking op 10 stuks in plaats van 10.000 stuks. Of een oorsprongsbewijs is weliswaar afgegeven en geldig gemaakt door de autoriteiten, maar achteraf kan de exporteur helemaal niet aantonen dat de goederen in dat land zijn gemaakt. Ook wordt vanuit bepaalde landen veelvuldig gefraudeerd. De documenten worden dan afgegeven – soms zelfs door autoriteiten om te kopen – maar blijkt achteraf dat er valsheid in geschrifte is geweest. In die gevallen bent u als importeur echter toch aansprakelijk. Er zijn slechts heel weinig situaties waarin u niet aansprakelijk bent. Op de pagina over oorsprongsfraude, vertellen we u hier meer over.
5. Zorg voor goede afspraken en communicatie met uw leverancier
Het is verstandig om goede afspraken te maken met uw leverancier. Zo kunt u er voor zorgen dat u weet en kunt vaststellen dat de goederen niet uit een ander land komen. Anders bestaat immers het risico dat u meer moet betalen. Vergewis u ervan dat de leverancier ook daadwerkelijk een fabriek of iets dergelijks heeft. Of dat hij de goederen weer van iemand koopt die daadwerkelijk in dat land produceert of een voldoende bewerking uitvoert. Als u twijfels heeft, neem dan contact op met de leverancier en vraag kritisch door.