Praktische tips
1. Begin bij het begin
De eerste belangrijke vraag is voor welk doeleinde de oorsprong wordt bepaald. Gaat het over preferentiële oorsprong of over niet-preferentiële oorsprong? Is de vraag om vast te stellen of voor een tafel uit Mexico een lager douanerecht kan worden geclaimd (preferentiële oorsprong)? Of moet de oorsprong van een spaarlamp worden bepaald omdat een antidumpingheffing geldt als de goederen uit China komen (niet-preferentiële oorsprong)?
Daarna moet worden vastgesteld welke overeenkomst of welke wetgeving van toepassing is. Zo zijn tussen bepaalde landen overeenkomsten gesloten maar geldt voor andere landen het Algemeen Preferentieel Systeem (APS). Dus ook dit onderdeel is van wezenlijk belang.
2. Stel de oorsprongscriteria vast
Als duidelijk is welke regels van toepassing zijn, dan moet ook nog worden vastgesteld wat de criteria zijn die moeten worden toegepast. Zo kan het voldoende zijn dat een bepaalde hoeveelheid aan waarde wordt toegevoegd, maar in sommige gevallen gelden bijzonder specifieke voorwaarden.
Samengevat zijn er bijzonder veel regels, maar eigenlijk nog meer uitzonderingen. Want heb je de oorsprong vastgesteld aan de hand van bijvoorbeeld de ingrijpende bewerking, tariefpostverspringing of specifieke bewerkingen, dan moet ook nog worden nagegaan of naast de ingrijpende bewerking niet toch sprake is van een ontoereikende bewerking.
Als de autoriteiten van mening zijn dat bepaalde bewerkingen slechts bedoeld zijn voor de ontduiking van een wettelijke bepaling, dan kan zo’n bewerking worden aangeduid als een gelegenheidsbewerking en kan de oorsprong niet worden verkregen.
3. Toch een oorsprongsverlenende bewerking!
Ondanks het feit dat er veel criteria zijn en oorsprong dus niet zomaar wordt verkregen, zijn er ook mogelijkheden om alsnog de gewenste oorsprong te krijgen. Er zijn namelijk “positieve” uitzonderingen. Zo geldt in veel oorsprongsregelingen de waardetolerantieregel. Dit betekent dat wanneer volgens de hoofdregels niet aan het criterium wordt voldaan en dit wordt veroorzaakt doordat de waarde van het materiaal dat niet van oorsprong is – bijvoorbeeld – minder dan 10% is van de prijs af-fabriek, toch de oorsprong wordt verleend. Ook gelden er haast altijd “positieve” uitzonderingen voor accessoires, vervangingsonderdelen, gereedschappen, stellen of assortimenten en neutrale elementen (bijvoorbeeld brandstof).
Ook cumulatie is zo’n positieve uitzondering. Cumulatie betekent dat voor het bepalen van de oorsprong van goederen niet alleen de bewerking in het land van uitvoer van belang is, maar dat ook de bewerkingen die hebben plaatsgevonden in andere landen, in aanmerking kunnen worden genomen. Zeker in het kader van de Pan-Europese afspraken kan dit vergaande positieve gevolgen hebben.
4. Vraag een second opinion
Het zal duidelijk zijn, het vaststellen van de juiste oorsprong en het op de juiste wijze toepassen van de oorsprongscriteria is geen sinecure. Niet zelden denkt de Douane er dan ook anders over dan de importeur of exporteur. En soms zijn de autoriteiten het onderling zelfs met elkaar oneens. Daarom kan het zinvol zijn om eens kritisch te laten kijken naar het proces en vast te stellen of de oorsprong op de juiste wijze wordt vastgesteld. Onze experts adviseren u hier graag over.
5. Vraag een Bindende Oorsprongsinlichting (BOI) aan
Om volledige zekerheid te hebben, kunt u ook bij de Douane een bindende oorsprongsinlichting (BOI) aanvragen. Dit is een schriftelijk, bindend antwoord op de vraag wat de oorsprong is van een product. Hierbij wordt dus aan de hand van de feiten vastgesteld welke oorsprongscriteria gelden en of aan deze criteria is voldaan. Een BOI is geldig in de gehele Europese Unie gedurende een periode van 3 jaar na afgifte. Ook voor de aanvraag van een BOI adviseren wij u graag.