Tom Poes, verzin een list!
Concreet betekent dit dus dat óf een andere leveringsvoorwaarde moet worden overeengekomen óf dat een andere oplossing moet worden gezocht. Die oplossing wordt in de praktijk gevonden door een derde partij te zoeken die bereid is om als exporteur op te treden. Die partij is dus niet echt de exporteur, maar staat wel als zodanig te boek. Dat is een legale optie, die voortvloeit uit de douanewetgeving. Voorwaarde is dan wel dat die ‘derde’ de macht heeft om te beslissen dat de goederen naar een bestemming buiten de EU worden gebracht. Hij moet dus contractueel worden betrokken bij de transactie.
Die contractuele relatie is eenvoudig af te spreken. Een korte overeenkomst is al voldoende. Wij vragen ons echter af, of dat nu wel zo handig is. Veelal gaat een expediteur of logistiek dienstverlener die rol op zich nemen, terwijl hij er geen echt belang bij heeft. Hij is ook niet degene die alle kennis heeft van de transacties, de goederen of de bestemming. FENEX en evofenedex hebben eerder dit jaar hiervoor modelovereenkomsten opgesteld. Deze modelovereenkomsten vormen een basis, maar zijn niet voldoende om alles goed af te dekken. Er moeten namelijk aanvullende afspraken worden gemaakt om verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden te verdelen.
als blijkt dat strafrechtelijk vervolgbaar is gehandeld, dan zal de ‘papieren exporteur’ (de expediteur of logistiek dienstverlener) ook kunnen worden aangesproken
Daarbij is ook van belang dat partijen beseffen dat de Douane of andere overheidsinstanties niets te maken hebben met zulke papieren afspraken. Ofwel, als blijkt dat strafrechtelijk vervolgbaar is gehandeld, dan zal de ‘papieren exporteur’ (de expediteur of logistiek dienstverlener) ook kunnen worden aangesproken. Bijvoorbeeld omdat een onjuiste goederencode is gehanteerd en hierdoor een uitvoerverbod gold of aanvullende formaliteiten wegens de wetgeving op het gebied van strategische goederen nodig waren.
Wat moet dan nog meer worden geregeld?
Zoals gesteld, de modelovereenkomsten kunnen een basis vormen, maar afhankelijk van de situatie moet meer worden geregeld. Hoe wordt bijvoorbeeld omgegaan met de formaliteiten voor de BTW bij uitvoer. Dat lijkt wellicht van weinig belang – we spreken immers niet voor niets over het nultarief – maar in plaats van het nultarief kan 21% verschuldigd worden als de uitvoer niet kan worden aangetoond. En hoe zorgt de papieren exporteur er voor dat hij goed wordt geïnformeerd over de classificatie, relevante specificaties van de goederen, specifieke voorwaarden voor de uitvoer van bijvoorbeeld chemicaliën of elektronica? Zo kan ik nog wel even doorgaan.
Maar ook de eigenaar van de goederen – de eigenlijke exporteur – wil er toch voor zorgen dat alles goed gaat. Hoe weet hij zeker dat hij bij een douanecontrole – met bevindingen – wordt geïnformeerd terwijl hij niet als exporteur te boek staat? En wie heeft in deze de bewaar- en administratieplicht van zeven jaar? Hoe zal de expediteur handelen die eerst een half jaar als exporteur optreedt maar daarna niet meer nodig is en aan de kant wordt gezet? Zal deze over vijf jaar – als we weer een stuk verder in het digitale tijdperk zijn – dan nog steeds alle documenten kunnen en willen verstrekken?
Op al deze en andere vragen is geen duidelijk antwoord te geven als nu niet goede afspraken worden gemaakt. Wij denken graag met u mee om tot een allesomvattende overeenkomst te komen waarin alle nodige elementen worden behandeld en goede afspraken worden gemaakt.