Douane- en btw- afhandeling e-commerce

De e-commercemarkt wordt steeds groter en daardoor de afstand tussen leveranciers en consumenten steeds kleiner. Met een klik op de knop kunt u goederen bestellen over de hele wereld. De goederen worden vervolgens bij u thuis afgeleverd. Vaak koopt u deze goederen inclusief invoerrechten en omzetbelasting. Over veel producten moet omzetbelasting worden afgedragen. Daarnaast moeten invoerrechten worden afgedragen in bepaalde gevallen. Hoe gaat dat precies?

In deze bijdrage wordt ingezoomd op de invoer van e-commercegoederen, afkomstig vanuit landen buiten de EU. Eerst komen de goederen aan de orde die onder e-commerce vallen. Daarna is de rol van het platform beschreven. Vervolgens komen de douaneafhandeling en de btw-afhandeling aan bod.

Wat valt onder e-commerce?

Het begrip e-commerce houdt simpelweg elektronische handel in. We spreken dus over goederen die via het internet worden verhandeld. Het gaat dan om goederen die vanuit derde landen aan ‘consumenten’ worden geleverd, ook wel afstandsverkopen genoemd. Vaak vindt de levering via een platform plaats. De verkoper levert de goederen aan de consument in de lidstaat van bestemming.

Vanuit btw-perspectief is voor afstandsverkopen niet per se de tussenkomst van een platform nodig. Het leveren van goederen vanuit een lidstaat aan een particulier kwalificeert reeds als afstandsverkoop, ongeacht het feit of een platform bij de verkoop een rol speelt.

Platforms als deemed supplier

Ondernemers die afstandsverkopen faciliteren via elektronische interfaces, zoals marktplaatsen of platforms, worden in de heffing voor de btw betrokken. Onder bepaalde voorwaarden worden platforms namelijk aangemerkt als ‘deemed supplier’. Dit betekent dat deze platforms de btw zelf moeten afdragen. Het gaat in dit kader om twee situaties, namelijk:

  • Het faciliteren door een elektronische interface van afstandsverkopen voor goederen met een waarde van maximaal EUR 150 die zijn ingevoerd en afkomstig zijn vanuit derde landen.
  • Het faciliteren bij het verkopen van goederen vanuit een opslagplaats binnen de EU, terwijl de leverancier buiten de EU is gevestigd. Let op: hierbij geldt de limiet van EUR 150 niet.

In beide gevallen wordt het platform geacht de goederen te hebben ontvangen van de leverancier en vervolgens te hebben geleverd aan de ‘consument’. Het platform draagt de btw af.

Douaneafhandeling

Voor alle goederen vanuit derde landen die in het vrije verkeer van de Europese Unie worden gebracht, moet een aangifte worden gedaan. Voor e-commerce geldt dit ook, ook als geen invoerrechten verschuldigd zijn.

Vrijstelling

Voor zendingen met een intrinsieke waarde van minder dan EUR 150 geldt een vrijstelling voor de invoerrechten. Deze vrijstelling kan alleen worden geclaimd in de lidstaat van bestemming. Dat betekent dat als goederen in België aankomen, maar bestemd zijn voor een particulier in Nederland, alleen in Nederland een invoeraangifte kan worden gedaan als de vrijstelling wordt toegepast. Een uitzondering hierop is wanneer goederen via de zogenoemde invoerregeling worden aangegeven. Wanneer dat het geval is, mag de aangifte in de lidstaat van aankomst worden ingediend.

Manier van aangeven

E-commercezendingen kunnen op verschillende manieren worden aangegeven. In Nederland zijn de beperkte dataset in DECO en de volledige dataset in DMS beschikbaar voor het indienen van de aangifte. DECO kan alleen worden gebruikt voor goederen zonder verboden of beperkingen met een intrinsieke waarde van minder dan EUR 150. In DMS kunnen alle e-commercegoederen worden aangegeven. Het toepassen van de invoerregeling is nog niet mogelijk in DMS.

Btw innen afstandsverkopen

De btw wordt bij afstandsverkopen op verschillende manieren geïnd. Hierna zijn de normale procedure, de special arrangement en de invoerregeling beschreven. De special arrangement en invoerregeling zijn niet verplicht. Het is dus mogelijk om goederen aan te geven met gebruikmaking van de normale procedure.

Normale procedure

Bij het gebruik van de normale procedure wordt de btw bij invoer afgedragen op het moment van het in het vrije verkeer brengen van de goederen. Eventueel kan gebruik worden gemaakt van de zogenoemde verleggingsregeling. Op basis van deze regeling wordt de verschuldigde btw bij invoer verlegd naar de periodieke btw aangifte.

Wanneer goederen onder de normale manier worden ingevoerd en vervolgens worden geleverd aan de Nederlandse consument is er sprake van een binnenlandse levering. Vindt de levering plaats aan een consument gevestigd in een andere lidstaat, dan is er sprake van een intracommunautaire afstandsverkoop.

Zoals hiervoor beschreven moet, wanneer een bedrijf besluit de goederen aan te geven met toepassing van een vrijstelling van invoerrechten, de invoer plaatsvinden in het land van bestemming, oftewel het land waar de consument de producten ontvangt.

Special arrangement

Bij gebruik van de zogenoemde ‘special arrangement’ is er weliswaar sprake van het in eerste instantie hanteren van de normale procedure, maar kan worden geopteerd voor een maandelijks uitstel van betaling van de verschuldigde btw. Onder de huidige regelgeving in Nederland bestaat al een mogelijkheid om een verzoek tot uitstel van betaling in te dienen. Deze mogelijkheid wordt nu expliciet voor de btw opgenomen en verliest het eerdere facultatieve karakter voor lidstaten.  

Bepaalde ondernemers – doorgaans post- en koeriersbedrijven – kunnen op grond van de special arrangement de btw bij invoer innen bij de persoon voor wie de goederen bestemd zijn. De aangifte wordt maandelijks gedaan. Dit voorkomt dat bedrijven direct ‘aan de grens’ btw bij invoer moet afdragen. De regeling kent verschillende voorwaarden en geldt alleen ingeval van goederen met een waarde van maximaal EUR 150. Ook bij toepassing van deze regeling is het vereist dat de invoer plaatsvindt in het land van bestemming.

Eigenlijk is in dit geval geen sprake van een levering inclusief invoerrechten en omzetbelasting. De particulier betaalt immers de invoerrechten en omzetbelasting zelf aan het postbedrijf.

Invoerregeling

Om te voorkomen dat een ondernemer zich in 27 lidstaten moet registreren voor de omzetbelasting, is een zogenoemd éénloketsysteem geïntroduceerd (I-OSS, ofwel import one stop shop). Registratie in één lidstaat is dan voldoende.

Dit betekent dat bijvoorbeeld alleen in Nederland aangifte wordt gedaan voor de btw, terwijl de goederen naar andere Europese lidstaten gaan. In dat geval int en verdeelt Nederland de verschuldigde btw over de betreffende lidstaten van bestemming.

De invoerregeling kan alleen worden gebruikt bij goederen met een intrinsieke waarde van minder dan EUR 150. Goederen met een hogere waarde kunnen alleen via de normale procedure worden aangegeven.

Bij toepassing van de invoerregeling wordt de btw bij invoer vrijgesteld. Alleen de levering aan de consument is dus met btw belast.

Conclusie en meer informatie

Indien uw onderneming handelt in e-commercegoederen, dan zult u een keuze moeten maken op welke manier u de invoerrechten en omzetbelasting afdraagt. Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact op met Samantha Zwart-Speelman.

Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaardt Customs Knowledge geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de gevolgen hiervan. Dit artikel is niet bedoeld als een specifiek advies. Zie in dit kader ook de Algemene Voorwaarden van Customs Knowledge BV.