Tenietgaan douaneschuld
Een douaneschuld kan vanwege verschillende redenen tenietgaan. Alle redenen zijn opgesomd in artikel 124 DWU. In deze bijdrage gaan we alleen in op het tenietgaan van de douaneschuld in de zin van artikel 124 lid 1 letter k DWU. In deze bepaling is vastgelegd dat een douaneschuld – die op grond van artikel 79 DWU is ontstaan – vanwege onregelmatigheden tenietgaat als:
- is aangetoond dat de goederen niet zijn gebruikt of verbruikt;
- de goederen het douanegebied van de Unie hebben verlaten; en
- de douaneschuldenaar geen poging tot bedrog heeft begaan.
Onregelmatigheden
Een douaneschuld kan ontstaan bij een reguliere invoer van goederen. De douaneschuld kan ook ontstaan door niet-naleving van verplichtingen of voorwaarden die gelden bij bijvoorbeeld het plaatsen van niet-Uniegoederen onder een douaneregeling. De niet-naleving van deze verplichtingen of voorwaarden is een onregelmatigheid. Het niet aanzuiveren van de regeling douanevervoer en het te laat indienen van de aanzuiveringsafrekening actieve veredeling zijn voorbeelden van onregelmatigheden waardoor een douaneschuld op grond van artikel 79 DWU ontstaat.
In het Handboek Douane is opgenomen dat geen uitnodiging tot betaling (hierna: “UTB”) wordt verstuurd, als er een reden is om de douaneschuld teniet te laten gaan. In principe is het zo dat pas een douaneschuld teniet kan gaan als er daadwerkelijk een douaneschuld is. Gezien het beleid van de Douane is het zinvol om in de voornemenfase al een beroep te doen op tenietgaan van de douaneschuld op grond van artikel 124 DWU.
“De douaneschuld moet eerst zijn opgelegd voordat de douaneschuld teniet kan gaan”
Goederen niet gebruikt en verbruikt
Als de Douane een douaneschuld heeft vastgesteld en hiervoor een UTB heeft opgelegd op grond van artikel 79 DWU, kunt u een beroep doen op artikel 124 lid 1 letter k DWU. De goederen mogen dan niet zijn gebruikt of verbruikt. De vraag is wat wordt bedoeld met de woorden “gebruikt” en “verbruikt”?
Als in een auto is gereden, is het duidelijk dat de auto is gebruikt. Maar hoe zit dit met niet-Uniegoederen die zijn opgeslagen in een douane-entrepot? In een douane-entrepot mogen goederen gebruikelijke behandelingen ondergaan als dit is opgenomen in de vergunning. Deze gebruikelijke behandelingen zijn toegestaan, zodat de goederen in goede staat blijven. Het is de vraag of een gebruikelijke behandeling wordt gezien als “gebruik” of “verbruik” in de zin van artikel 124 DWU.
Stel, een machine is als niet-Uniegoed opgeslagen in een douane-entrepot. De machine wordt periodiek aangezet om vervolgens de machine stationair te laten draaien. Deze handeling is toegestaan als gebruikelijke behandeling in een douane-entrepot. Het is vergaand om deze handeling aan te merken als “gebruik”. Toch blijkt het tegendeel niet duidelijk uit de bepaling. Het Europese Hof van Justitie zal hier waarschijnlijk uitsluitsel over moeten geven. Gezien het Combinova-arrest (zaak C‑476/19) lijkt het onwaarschijnlijk dat een gebruikelijke behandeling in een douane-entrepot moet worden aangemerkt als gebruik.
In het Combinova-arrest had Combinova goederen onder de regeling actieve veredeling geplaatst. De Douane heeft een UTB opgelegd aan Combinova, omdat zij de aanzuiveringsafrekening actieve veredeling te laat had ingediend. De vraag was of de goederen zijn gebruikt, omdat de goederen zijn veredeld. Het Europese Hof van Justitie heeft geoordeeld dat geen sprake is van gebruik als goederen zijn veredeld overeenkomstig de vergunning actieve veredeling. In het verlengde ervan lijkt het – mijns inziens – dus onwaarschijnlijk dat een gebruikelijke behandeling in een douane-entrepot moet worden aangemerkt als gebruik.
Douanegebied van de Unie hebben verlaten
Als u kunt aantonen dat de goederen niet zijn gebruikt of verbruikt, zult u ook nog moeten aantonen dat de goederen het douanegebied van de Unie hebben verlaten. Dit kunt u bijvoorbeeld aantonen met een bevestiging van uitgaan (confirmation of exit). Ook aan de hand van een invoeraangifte die is gedaan in het land van invoer kan worden aangetoond dat de goederen het douanegebied van de Unie hebben verlaten. Uit andere documenten en bescheiden (zoals een bill of lading en facturen) zal moeten blijken dat de goederen die zijn ingevoerd in het derde land dezelfde goederen zijn die eerder het douanegebied van de Unie hebben verlaten.
Geen poging tot bedrog
Als vaststaat dat de douaneschuld is opgelegd op grond van artikel 79 DWU, de goederen niet zijn gebruikt of verbruikt én de goederen hebben het douanegebied van de Unie verlaten, kan de douaneschuld toch niet tenietgaan als er sprake is van bedrog.
Er is sprake van bedrog als de douaneschuldenaar opzettelijk onjuiste gegevens heeft vertrekt om de Douane op het verkeerde been te zetten. Het verstrekken van valse facturen, waardoor het lijkt dat de goederen niet aan het douanetoezicht zijn onttrokken, is een duidelijk voorbeeld van bedrog. Als goederen bijvoorbeeld in de EU worden binnengesmokkeld, zou het bijzonder zijn als de smokkelaar onder de douaneschuld kan uitkomen, omdat de douaneschuld tenietgaat als hij de goederen in ongebruikte staat vervolgens uitvoert.
Wat precies onder bedrog wordt verstaan onder deze bepaling is niet gespecificeerd. Het is de vraag of bedrog op dezelfde manier wordt uitgelegd als een strafrechtelijk vervolgbare handeling. In Nederland kan immers elke fout in de douaneaangifte als strafrechtelijk vervolgbare handeling worden aangemerkt. Wel is in het Handboek Douane opgenomen dat ook bij repeterende onzorgvuldigheid sprake kan zijn van poging tot bedrog.
Conclusie en meer informatie
Heeft u een UTB ontvangen vanwege een geconstateerde onregelmatigheid? Wellicht biedt een beroep op artikel 124 lid 1 letter k DWU een uitkomst. Customs Knowledge adviseert en helpt u graag. Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met Samantha Zwart.