De recente cijfers tonen bijvoorbeeld een zeer grote stijging van de export van elektrische machines en onderdelen naar die landen, sinds de inval in Oekraïne.[1]
Handel in gevoelige goederen
Voor partijen die handeldrijven met niet-EU landen in risicovolle goederen, gelden vaak aanvullende verplichtingen. Hierbij kan worden gedacht aan verplichtingen op grond van de dual-use Verordening. Op grond van die verordening moet een exporteur voorafgaand aan de uitvoer, verschillende controles verrichten. Dit stelt de exporteur in staat om – waar mogelijk – bekend te zijn met de eindgebruiker en het eindgebruik van de goederen. Als aan de vereisten is voldaan, dan geeft het CDIU vaak toestemming – in de vorm van een vergunning – voor de export van het dual-use goed.
In het kader van de handel met Rusland is een dergelijke vergunning – en dus de uitvoer naar Rusland – uitgesloten.[2] De toename in handel naar uitwijklanden zorgt er echter wel voor dat toezichthouden op de uitvoer naar Rusland lastiger is geworden. De uitvoer van goederen, vanuit een uitwijkland naar Rusland, valt namelijk onder het toezicht van de autoriteit in dat land en niet onder het toezicht van de EU. Aangezien de EU de versterking van de Russische industrie op alle mogelijke manieren wil beperken, breidt zij de verantwoordelijkheden voor de exporteurs in de EU steeds verder uit. Op die manier probeert de EU de marktdeelnemers bewust te maken van de rol die zij spelen in de versterking van Russische industrie.
Met de introductie van het twaalfde sanctiepakket is er vanaf 20 maart 2024 een nieuwe verplichting bij gekomen voor exporteurs die handelen in specifieke soorten gevoelige goederen, waaronder goederen die verband houden met de luchtvaart, vliegtuigbrandstof (bijlagen XI en XX bij de verordening), vuurwapens (bijlage XXXV bij de verordening, evenals bijlage I bij Verordening (EU) nr. 258/2012) en gemeenschappelijke goederen met een hoge prioriteit (bijlage XL bij de verordening).[3]
Wat houdt het in?
De nieuwe verplichting bestaat uit het toevoegen van een ‘No re-export to Russia’ clausule in alle contracten die betrekking hebben op de verkoop van bovengenoemde producten. Concreet is een exporteur vanaf 20 maart 2024 verplicht om de wederuitvoer – van goederen opgenomen in die bijlagen – naar Rusland en voor gebruik in Rusland, contractueel te verbieden. Anders gezegd moet exporteurs van die goederen naar landen buiten de EU, in hun verkoopcontract de ‘No re-export to Russia’ clausule opnemen. Daarnaast moeten exporteurs er zorg voor dragen dat het verkoopcontract voorziet in passende corrigerende maatregelen in geval van schending van de clausule. Indien de tegenpartij de clausule schendt, dan is de exporteurs verplicht om de bevoegde autoriteit – van de lidstaat waarin zij verblijven of gevestigd zijn – in te lichten. De lidstaten brengen vervolgens elkaar – en de Europese Commissie – op de hoogte.
Let echter op, de bovengenoemde verplichting geldt niet voor de uitvoering van verkoopcontracten die zijn gesloten vóór 19 december 2023 tot 20 december 2024 of, als dat eerder is, tot hun vervaldatum.
Het is begrijpelijk dat exporteurs niet zitten te wachten op een extra verplichting, maar aan de andere kant biedt deze verplichting ook voordelen voor een exporteur. Het is immers is niet mogelijk om de verantwoordelijkheden en risico’s – voortvloeiend uit de sanctiewetgeving – contractueel te verleggen. De ‘No re-export to Russia’ clausule biedt echter wel mogelijkheden voor ontbinding van het verkoopcontract. Bovendien kan de exporteur een boete opleggen aan de koper, wanneer de goederen alsnog in Rusland belanden.
De bovengenoemde clausule geldt thans alleen voor de specifieke goederen in de desbetreffende bijlagen, maar dit zegt niets over eventuele uitbreidingen in de toekomst.
Bent u benieuwd of uw goederen onderhevig zijn aan bovenstaande verplichting of heeft u een andere vraag? Neem dan gerust contact op met een van onze adviseurs.
[1]
Abnormale
toename export van sanctiegoederen naar ‘uitwijklanden’ - ESB
[2]
Behalve de weinig voorkomende uitzonderingen als bijvoorbeeld humanitaire hulp.
[3]
En vuurwapens en munitie als vermeld
in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 258/2012