Voordat u de douanewaarde kunt vaststellen, moeten een aantal zaken helder zijn. Welke transactie hanteert u als basis voor de berekening van de douanewaarde?
Voor de berekening van de douanewaarde bestaan zes methoden. De eerste drie methoden zijn gebaseerd op de transactiewaarde. Namelijk van de ingevoerde goederen, van identieke goederen of soortgelijke goederen. Als deze drie methoden niet kunnen worden gebruikt, dan pas kan gebruik worden gemaakt van de aftrekmethode, berekende waardemethode of in laatste instantie de fallbackmethode, eerder bekend als de methode van de ‘redelijke middelen’.
Wanneer de transactiewaardemethode wordt gehanteerd, is het van belang dat de juiste transactie wordt gebruikt. Niet elke transactie is immers een koop-verkooptransactie, maar er zijn meer voorwaarden. Zo mag er geen sprake zijn van een koop-verkoop tussen verbonden partijen, althans deze verbondenheid mag geen prijsbeïnvloeding tot gevolg hebben gehad. Ook moet de transactie gericht zijn op ‘verkoop naar de Unie’. Ten tijde van het sluiten van de verkooptransactie moet dus vaststaan dat de goederen bestemd waren voor de Unie.