Preferentiële oorsprong
In bepaalde gevallen kan gebruik worden gemaakt van een verlaagd tarief bij invoer van de goederen in het derde land. Dit is bijvoorbeeld mogelijk als uw afnemer bepaalde goederen invoert in een derde land waarmee de EU een vrijhandelsovereenkomst heeft afgesloten. In het zogenoemde protocol bij de handelsovereenkomst zijn de oorsprongsbepalingen opgenomen die het derde land en de EU zijn overeengekomen. De verschillende protocollen zijn op dezelfde manier opgebouwd en lijken erg op elkaar. Dat er wel degelijk verschillen zijn, blijkt uit het volgende voorbeeld.
EUR1-certificaat, het juiste oorsprongsbescheid?
Goederen gaan van Nederland naar Zwitserland. De importeur in Zwitserland kan een preferentieel tarief toepassen, mits een juist preferentieël oorsprongsbescheid wordt overgelegd. Voordat de goederen worden uitgevoerd, heeft de exporteur bij de Kamer van Koophandel (“KvK”) een EUR1-certificaat aangevraagd. De KvK verstrekt het EUR1-certificaat waarmee de preferentiële oorsprong EU wordt aangetoond.
Bij de invoer van de goederen in Zwitserland overlegt de importeur het EUR1-certificaat. De douaneautoriteiten accepteren het oorsprongsbescheid en passen het preferentiële invoertarief toe.
Nu wordt dezelfde procedure toegepast voor identieke goederen die vanuit de EU in Zuid-Korea worden ingevoerd. Wat blijkt? De Zuid-Koreaanse douaneautoriteiten weigeren het EUR1-certificaat en weigeren dus ook de toepassing van het verlaagde invoerrecht!
“Zuid-Koreaanse autoriteiten weigeren een EUR1-certificaat bij invoer in Zuid-Korea”
De EU heeft met Zuid-Korea, maar ook met Zwitserland, oorsprongsregels afgesproken en in een protocol vastgelegd. In het protocol met Zwitserland is vastgelegd dat een EUR1-certificaat een preferentieel oorsprongsbescheid is. In het Protocol met Zuid-Korea is een EUR1-certificaat géén overeengekomen preferentieel oorsprongsbescheid. In het protocol tussen de EU en Zuid-Korea is vastgelegd dat alleen goederen van oorsprong EU bij invoer in Zuid-Korea voor preferentiële tariefbehandeling in aanmerking komen op vertoon van een factuurverklaring.
Factuurverklaring, achteraf mogelijk?
De goederen zijn al in Zuid-Korea. De importeur wil graag gebruik maken van het preferentiële tarief. De douaneautoriteiten weigeren echter het EUR1-certificaat, want de importeur heeft een factuurverklaring nodig van de exporteur. Is dit nog mogelijk op het moment dat de goederen al in Zuid-Korea zijn?
In het overeengekomen protocol tussen de EU en Zuid-Korea is het achteraf opstellen van een factuurverklaring mogelijk. Er is namelijk bepaald dat de factuurverklaring door de exporteur kan worden opgesteld bij of na de uitvoer van de goederen. Uit het Handboek van de Douane blijkt dat de Nederlandse Douane het standpunt inneemt dat de factuurverklaring uiterlijk binnen één jaar na de invoer in Zuid-Korea moet zijn aangeboden bij de douaneautoriteiten.
Exporteurs mogen een factuurverklaring opstellen, bij zendingen waarvan de waarde niet meer bedraagt dan EUR 6.000. Bij het opstellen van factuurverklaring door de exporteur voor zendingen met een waarde hoger dan EUR 6.000 is een vergunning toegelaten exporteur verplicht.
“Een goede voorbereiding is het halve werk”
Stel, de exporteur heeft nog geen vergunning toegelaten exporteur en de waarde van de zending is hoger dan EUR 6.000. De exporteur zal de vergunning toegelaten exporteur nog moeten aanvragen bij de Douane. Dit is geen eenvoudige aanvraag. De Douane beoordeelt of de vergunning kan worden verleent op basis van informatie uit klantbestanden en de resultaten van een initieel onderzoek in de administratie van de exporteur. In deze publicatie ga ik hier niet verder op in. Wel blijkt dat de Douane deze vergunning niet zomaar afgeeft.
Factuurverklaring, door wie opgesteld?
Stel, de in Nederland gevestigde exporteur heeft inmiddels de vergunning toegelaten exporteur. De handelsstroom gaat – nog steeds – van Nederland naar Zuid-Korea. De exporteur plaatst regelmatig factuurverklaringen op de factuur, waarmee de oorsprong EU wordt aangetoond. Bij de invoer in Zuid-Korea past de importeur een preferentieel tarief toe.
De handelsstroom wordt vervolgens aangepast. De goederen gaan via Nederland naar Zuid-Korea. Echter gaat de factuur niet via de Nederlandse vennootschap naar de Zuid-Koreaanse vennootschap, maar via een Zwitserse vennootschap (een verbonden vennootschap van beide vennootschappen) naar de Zuid-Koreaanse vennootschap. Wie is in dit geval bevoegd om een factuurverklaring te plaatsen?
Een factuurverklaring mag worden opgesteld door de (toegelaten) exporteur. Op grond van Europese wetgeving moet een exporteur gevestigd zijn in de EU. Op grond hiervan is de Zwitserse vennootschap niet bevoegd om een factuurverklaring te plaatsen.
Kan de Nederlandse vennootschap dan een factuurverklaring plaatsen? De Nederlandse vennootschap stelt namelijk niet de factuur op. Onder voorwaarden mag de Nederlandse vennootschap de factuurverklaring plaatsen. Hier zitten wel een aantal haken en ogen aan.
De factuurverklaring hoeft niet persé op de factuur te worden geplaatst. De factuurverklaring kan ook op een paklijst of ander handelsdocument worden geplaatst. Een factuurverklaring mag alleen zijn opgesteld door de juiste (bevoegde) persoon. Als de verklaring niet door de juiste persoon wordt opgesteld, dan heeft dit gevolgen voor de toepassing van het preferentiële tarief.
Conclusie en meer informatie
Een goede voorbereiding is het halve werk! Om te voorkomen dat u een verkeerd oorsprongsbescheid of een niet geldig oorsprongsbescheid overlegd, zult u, voordat de goederen worden uitgevoerd, moeten vaststellen welke bescheiden u nodig heeft. Uit de praktijk blijkt dat hierbij regelmatig fouten worden gemaakt. Ook het opstellen van een factuurverklaring door een onbevoegd persoon kan grote gevolgen hebben. Wanneer de handelsstroom wordt gewijzigd, moet worden vastgesteld wat de douane-technische gevolgen zijn. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neemt u dan contact op met Samantha Zwart.